Betekenis echtgenoot in engels

(Translation of echtgenoot from the PASSWORD Dutch–English Dictionary © K Dictionaries Ltd). Vertalingen in context van "echtgenoot" in Nederlands-Engels van Reverso Context: uw echtgenoot, goede echtgenoot, m'n echtgenoot, echtgenoot was, wettige echtgenoot.
  • Betekenis echtgenoot in engels Engels: Nederlands: husband n noun: Refers to person, place, thing, quality, etc. (married man) echtgenoot, man nw de: He is her husband. They got married three years ago.
  • betekenis echtgenoot in engels

    Husband vertaling

    a man to whom a woman is married. to spend or use carefully, a little at a time: “He needs to husband his strength.” management, especially of a farm or animals. Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, ; Wakefield genealogy pages. Voorbeeldzinnen laden. Online vertaalwoordenboek. NL:husband. Translation for 'husband' in the free English-Dutch dictionary and many other Dutch translations. Husband vertaling husband translation in English - Dutch Reverso dictionary, see also 'husband, human, hubcap, hundred', examples, definition, conjugation.
    husband vertaling

    Spouse engels

    Veel vertaalde voorbeeldzinnen bevatten "spouse" – Engels-Nederlands woordenboek en zoekmachine voor een miljard Engelse vertalingen. the spouse: de echtgenoot (m); de echtgenote (v); de eega; de gade; de levensgezel (m); de levensgezellin (v); de levenspartner (m); de partner (m); de vrouw (v) spouse: echtgenoot; eegade; ga; gemaal; gemalin; huwelijkspartner; wederhelft. Spouse engels ↔ mari — époux, celui qui unir à une autre personne par le lien conjugal. ↔ épouse — femme, dans le mariage. ↔ époux — conjoint ; mari.
    spouse engels

    Partner engels

    Discover everything about the word "PARTNER" in English: meanings, translations, synonyms, pronunciations, examples, and grammar insights - all in one comprehensive guide. PARTNER definitie: 1. a person or organization you are closely involved with in some way: 2. one of the owners of a Meer informatie. Partner engels partner (plural partners) Either of a pair of people or things that belong together. Someone who is associated with another in a common activity or interest.
    partner engels

    Married man engels

    married man is the translation of "getrouwde man" into English. Sample translated sentence: Ik denk dat je omgaan mechanisme, zeg van een getrouwde man meenemen naar je hotel kamer. ↔ I guess your coping mechanism is to bring a married man back to your hotel room. Engels: Nederlands: husband n noun: Refers to person, place, thing, quality, etc. (married man) echtgenoot, man nw de: He is her husband. They got married three years ago.
    Married man engels Vertalingen in context van "getrouwde man" in Nederlands-Engels van Reverso Context: Het wonderkind met een getrouwde man.
    married man engels